Filantropische rolmops

Ze zit tegenover me en zucht. “Jij hebt het al een stuk makkelijker Wen”, zegt ze, terwijl ze haar professioneel gemanicuurde nagels bestudeert. Ze zijn diepgroen, in voorbereiding op de kersttijd. Ik zie donkere kringen onder haar ogen. “Oh ja?”, vraag ik haar en ik luister. “Ja. Ik heb drie jonge kinderen. Een man die veel weg is voor zijn werk. In mijn vrije tijd race ik me rot tussen al die clubjes, feestjes en sport”. Ik knik. Die tijd heb ik ook gehad, dat ik op zaterdagmorgen om acht uur bij het voetbalveld stond te blauwbekken omdat we ergens in Timboektoe waren ingeroosterd. Nooit begrepen waarom we het niet gewoon lekker klein en dichtbij konden houden met die kabouters, maar ik was blijkbaar de enige die zich dat afvroeg.

(meer…)