“Hee Wen”, appt hij: “hoe is het ermee?”. Ik zie het berichtje binnenkomen en wacht af. Er zal wel meer tekst komen, dit zal vast de aanloop zijn naar het luchten van zijn hart. We kennen elkaar inmiddels een jaar of twintig en ik herken de patronen. “Kan ik je even bellen straks? Of heb je tijd voor koffie?”. Ik denk kort na en antwoord dan. “Ik ben aan de wandel, over anderhalf uur ben ik wel thuis, koffie is zo gezet, je bent welkom”, antwoord ik en krijg per omgaande een kushartje terug. Ik zet de pas erin en steek net op tijd de sleutel in mijn voordeur.
Hij kijkt in mijn brak liggende tuin. “Moet jij niet tuinieren?”, vraagt hij en ik schiet in de lach. “Kom je me helpen?”, antwoord ik en hij zwijgt. “Ik word geholpen door de vader van een vriend van zoon 2″, zeg ik: “hij werkt als hovenier en doet mijn tuintje er in verloren uren bij. En voordat je het zegt: mijn huis is half geschilderd ja. Dat is niet omdat mijn geld op is, maar omdat de schilder van zijn scooter werd gereden en daarbij zijn halve torso verbrijzelde“. Het ziet er best artistiek uit, zo’n half wit met Gelders blauw huis. “En de dakgoot zou worden vervangen, maar de loodgieter brak zijn bovenbeen, dus ik moet geduld hebben”. Vriend A. kijkt me aan. “Wat doe jij met al die mannen?”, vraagt hij me en we lachen. “Tja”, antwoord ik hem: “de nood is hoog, ik kan geen man hier levend laten vertrekken”.
“Vertel”, nodig ik hem uit als ik de koffie heb neergezet. Hij zucht. “Ik zit in een kutpositie”, antwoordt hij. “De vips zijn uit huis, nu woon ik nog alleen met haar”. Hij doelt op zijn echtgenote. “We hebben elkaar zo weinig meer te vertellen. We zijn wel maatjes hoor, maar het is helemaal broer/zus geworden”. Ik knik en luister. Dit verhaal komt me bekend voor. “Nu kwam er iemand bij ons op de zaak, echt een leuke vrouw. Ze kwam een vloer uitzoeken, gewoon, zoals dat ook de bedoeling is bij ons”. Hij glimlacht. Zijn ogen fonkelen. Ik ken hem te goed. “Oh jee. En nu?”, vraag ik hem. Hij zwijgt. Ik zie dat zijn ogen vollopen. “Joh, wat is er gebeurd?“, vraag ik en ik reik hem een zakdoek aan. “Er was een klik, een chemie”, zegt hij zacht. “We keken elkaar aan en het was eigenlijk meteen gebeurd. Ik blokkeerde volledig”. Er valt een korte stilte. “Ze koos een vloer uit en is ook gewoon weer vertrokken, uiteraard, maar ik had haar nummer, want dat moest ze achterlaten bij het plaatsen van haar bestelling”. Er gingen dagen overheen, maar toen won de nieuwsgierigheid het tóch van het verstand. Er volgden berichtjes en er werd een ontmoeting afgesproken. Vlam in de pan en het behang van de muren gevreeën. Slapende honden wakker gemaakt.
“En nu dan?”, vraag ik hem. Er druppelt een traan op zijn wang. “E. weet natuurlijk van niks. Als ik het zou opbiechten, dan is mijn huwelijk voorbij”. We drinken zwijgend onze koffie op. “Dat snap ik wel”, antwoord ik hem: “maar je moet wel met haar gaan praten. Zo kun je niet verder. Nu is het deze dame, volgend jaar misschien een andere, er ontbreekt kennelijk iets in jullie relatie”. Hij kijkt me aan, zijn blauwe ogen geven bijna licht van de tranen. “En nu ben je hier, waar alle manvolk wordt gefileerd. Jij durft! Zal ik je piemel eraf snijden? Ik heb nog wel een goeie snoeischaar in de schuur”, stel ik voor en hij schiet in de lach.
Het zal toeval zijn -ik geloof in toeval, puur omdat dit het leven simpeler maakt- dat ik vanmorgen een prachtige quote las: “als je een vogel wilt horen zingen, moet je geen kooi bouwen, maar een boom planten”. Wat zouden we veel relaties redden als we elkaar wat ruimte en vrijheid zouden gunnen en af zouden stappen van onze rigide denkbeelden dat je je hele leven in alle opzichten gelukkig moet zijn met één en dezelfde persoon. We worden tegenwoordig gemiddeld tachtig, dat betekent dus dat je je geluk zo’n 55 jaar bij één en dezelfde persoon moet vinden. Hoe reëel is dat? Is gelukkig zijn en passie voelen voor zo’n lange tijd überhaupt een utopie? Streven we het verkeerde, het ultieme na? Blijven we tot in lengte van dagen geloven dat het gras ergens anders groener is, dat het beter en heter kan? Ik weet het antwoord niet. Vriend A. ziet mijn denkhoofd. “Wat denk je nu, want je kijkt me zo aan”, vraagt hij: “wat een enorme klootzak? Wat een loser?”. Ik laat hem razen. “Eh……nee hoor”, antwoord ik even later; “dat denk ik niet. Ik vind het rot voor jullie, want ik snap dat je nu een dilemma hebt”. Ik geef hem een kus op zijn kale knikker en schenk wat koffie bij. “Je kunt het contact met die dame toch verbreken?”, stel ik voor; “dat is korte pijn. Jullie kennen elkaar amper, als je alle lijnen dichtzet ben je het binnenkort vast wel vergeten. Verliefdheid gaat over als je er geen aandacht aan besteedt”. Hij knikt, maar zijn houding doet iets anders vermoeden. “Ik weet niet of ik dat kan”, antwoordt hij.
We drinken in stilte een derde en een vierde kop koffie. Hij snuit een pakje zakdoeken vol, ik voel de brok in mijn keel. Het raakt me. Wat worstelen veel mensen van mijn leeftijd met hetzelfde probleem. Ik heb er eerder zelf ook mee te maken gehad en heb er veel over nagedacht en gelezen. Esther Perel zet op heldere wijze verfrissende inzichten uiteen in haar boeken. Overspel kan een relatiebreuk betekenen, maar het kan ook een nieuwe kans opleveren als je respectvol kunt benoemen wat je nu zo mist en samen wilt werken aan herstel of opbouw van dat specifieke aspect. Wanneer je een boom plant in plaats van een gouden kooi smeedt.
Een paar uur later druk ik de voordeur achter hem dicht. “Hou je me op de hoogte?”, vraag ik hem en hij knikt. “Dankjewel Wen”, zegt hij als hij me een knuffel geeft. “Je bent een schat”. Ik glimlach. Mijn leven is niet altijd zoals ik dat zou willen, maar puur in dit opzicht wel gemakkelijker dan dat van hem en vele anderen. Het zal me benieuwen welk pad hij zal gaan. Als hij zelf geen keuze maakt, zal zijn vrouw dat vroeg of laat voor hem doen. Misschien wacht hij daarop.
Nadat ik de moestuin van vriend M., die bij zijn nieuwe liefde in Scandinavië verblijft, heb bijgewerkt en met mijn kop in de wind ben teruggefietst, steek ik thuis de kaarsen aan en schenk ik een wijntje voor mezelf in. Ik trek mijn benen onder m’n billen en voel me wat onbestemd. De stilte valt in en ik heb alle tijd voor mijn eigen gedachten en mijn gevoel. Mijn veilig ommuurde hart protesteert een beetje.
Billy Ocean schalt door mijn speakers. Dat is dan tenminste nog één zekerheid waaraan ik me vast kan houden: toeval bestaat.
Billy Ocean: red light spells danger
I had my fun, I played around
without a love to tie me down
I always used to kiss and run
I never wanted love to catch me
I thought I had a heart of stone, but now I’m in the danger zone
I can feel the heat is on, soon the flames are gonna catch me
Can’t stop running to you, feel love coming trough you
0 reacties