Als je werkt in een vrouwencultuur en omringd wordt door alleengaanden, zijn programma’s als Lang Leve de Liefde, First Dates en Married at First Sight veelvuldig een dankbaar onderwerp van gesprek. Het houdt mij ook bezig. Dat heeft een reden, maar daarover later meer.
Jaren geleden had ik een relatie met iemand, die me haarfijn kon vertellen wat voor persoon hij zocht en waarom. Zijn argumenten klonken plausibel en ja, dat wilde ik natuurlijk wel horen, nu ik goed in dat theoretische plaatje paste. De trossen konden los, tót het moment dat de wal het schip keerde, omdat hij het één gezegd had, maar het ander voelde en daarbij verstrikt was geraakt in zijn eigen dilemma. Hij ruilde me terug in voor mijn voorgangster en ze leefden nog lang en gelukkig.
“Zie je die dame bij LLdL?”, appt vriend X. me op een donderdagavond: “zij wil een knappe kerel hè?”. Hij plaatst er wild gierende icoontjes achter. De dame in kwestie is zéker geen fotomodel, maar zoekt er wel één. Dat mag, natuurlijk, maar de vraag is hoe kansrijk het is. Dat leidt dan meteen weer tot de volgende vraag: moet je wie je zoekt aanpassen aan wie je zelf bent? En wie bepaalt dat dan? Schoonheid is toch ook subjectief? Vriend X. en ik appen wat heen en weer. Over mannen, die zich als een zak aardappels gedragen en die dan een vrouw willen met allure. Over vrouwen, die er als een barbiepop uitzien, roepen geen foute man meer te willen en vervolgens de betrouwbare, brave borst afschieten omdat ‘ie te saai is.
De plannen van zoon 2, om alleenstaande ouders uit te huwelijken, hebben me creatief bezig gehouden. Het zou natuurlijk wel zo leuk zijn als we worden uitgehuwelijkt aan iemand die bij ons past. En niet aan zomaar iemand, want dan blijven we net zo lief alleen. Voordeel van lang alleen wonen: je went eraan dat je met niemand rekening hoeft te houden. Nadeel: je kunt je leven op den duur niet meer delen. De reden waarom je op iemand valt wordt met de jaren ook steeds waziger. Is het de persoon zelf of is het de aandacht?
“Laat de wetenschap er maar eens naar kijken, want ik kan het zelf niet”, zeiden die dames en heren uit Married ad First Sight. En zo geschiedde. Alle kandidaten werden binnenstebuiten gekeerd, nageplozen, omgedraaid en gefileerd. Daaruit ontstonden koppels die ontegenzeglijk goed bij elkaar zouden moeten passen. Mijn vrienden en ik zagen de één na de ander in no-time afknappen op wonderlijke eigenschappen of uiterlijke kenmerken van de ander. Kandidaten vertoonden tenenkrommend en soms zelfs asociaal gedrag. Ongenuanceerde opmerkingen die bij de ander als een mokerslag aankwamen, kansloos cynisme en onbeantwoord verlangen naar fysieke actie en vuur, uitgerekend van iemand die zich als ijskonijn gedroeg. We waren er getuige van dat het veelal nog vóór het altaar faliekant mis ging. Een eerste aanblik, grote teleurstelling, vertwijfeling, pokerface, herpakken, want het programma, de gasten en de gelofte.
Het bracht me ertoe eens bij mijn omgeving te peilen wat voor persoon er bij mij zou passen. “Het móet een grote muziekliefhebber zijn”, zegt de één. “Hij moet niet van vastgeroeste structuren houden”, lacht de ander. “Het lijkt me beter als hij zelf kookt”, snoeft zoon 2. “Hij moet je vooral nergens toe verplichten, want jij en je vrijheid…..”, zucht mijn dochter. “Hij moet wel goeie energie hebben”, zegt een volgende. “Hij moet wel tegen jouw kattigheid kunnen. En koppig ben je trouwens ook en ongeduldig”, zegt weer een ander. Ik leg het dilemma aan de vader van mijn kinderen voor, die toch twintig jaar van zijn leven met mij heeft doorgebracht. “Jij bent helemaal niet moeilijk om mee samen te leven!”, reageert hij spontaan: “en je hebt heel veel goeie en bruisende ideeën. Het is leuk om met jou te zijn”. Waarom het tussen ons dan toch misliep laat ik nu -achttien jaar na dato- voor wat het is.
Over één ding zijn alle mensen die ik spreek het unaniem eens. “Het moet wel een talige man zijn. Jij kunt niet met iemand zijn die spelfouten maakt of die amper communiceert”. Dat klopt. Ik ben daar ziekelijk zeikerig in. Als iemand basale schrijf- of spelfouten maakt, voel ik een niet te negeren drang om het te corrigeren. Soms geef ik er zelfs nog ongevraagd en ongewenst uitleg bij waarom iets fout is. En mannen die: “me moeder”, schrijven, of: “ik ga is even chillen”, skip ik meteen. Ook ik heb zo mijn grenzen.
Dat de man, van wie ik het vorig jaar héél warm kreeg, aan deze laatste voorwaarde totaal niet voldeed, heb ik niet opgebiecht. Ik snap het proces namelijk zelf niet. Totaal onverwachts bleek ik wonderwel in staat om leuke, interessante en bevlogen tekst te lezen tussen de talloze taal- en spelfouten door. Vraag me niet hoe, maar ik kon het ineens! Zo opgelucht als ik was, dat ik mijn dwangmatige taalgedoe bleek te kunnen uitschakelen, zo ongepast waren de omstandigheden en zo beroerd was de timing. Waar is die fukking fetisj als je ‘m nodig hebt?
Het lijkt simpel, een kader opstellen en zoeken naar een kandidaat. Samen weet je meer dan alleen. Dat positieve energie, ruimte, natuur, muziek en taal voor mij van levensbelang zijn, staat als een paal boven water. Eigenschappen waarvan ik het belang veel groter vind dan van welke uiterlijke kenmerken of materiële bezittingen dan ook.
Ik zou haast overwegen om me aan te melden voor een wetenschappelijk concept als MaFS. Als ze mijn bloed kunnen prikken, kunnen ze ook wel zien van welke bloedgroep ik ga klonteren. Iemand met weinig reukvermogen en met een lage temperatuur graag, die tegen mijn hormoonzweet en mijn opvliegers kan. Iemand die van het leven geniet en die ruimte biedt aan bruisende, impulsieve plannen. Hoe moeilijk kan het zijn? En tóch. Want we zeggen het één, maar we willen eigenlijk het ander. We zeggen dat we een stoere chick willen, maar in werkelijkheid willen we een porseleinen popje op high heels en met botoxlippen. En hoe ruimdenkend we ook zeggen te zijn, we willen onze prooi in de praktijk met niemand delen.
Wij vrouwen zeggen dat we geëmancipeerd zijn, maar als een man ons laat betalen vinden we ‘m niet doortastend, niet sexy en is hij exit. We zeggen dat uiterlijk er niet toe doet, maar in een paar seconden hebben we iemand snoeihard afgeserveerd op fysieke kenmerken. We vinden het kennelijk vooral heel moeilijk om eerlijk te zeggen wat we diep van binnen écht willen en zenden verkeerde, onduidelijke signalen uit. In troebel water is het verdomd lastig om de mooiste vis te vinden.
Of we houden zoveel mogelijk opties open, om niet te hoeven kiezen en geen verantwoording te hoeven dragen voor de gevolgen. Wie het weet mag het zeggen.
Datingsites, waaronder begrepen Wordfeud en Facebook, dienen alleen tot tijdelijk en oppervlakkig vermaak. De blacklist van mannen die je beter niet live kunt ontmoeten groeit gestaag. Mijn vriendinnen en ik beschermen elkaar zo goed als mogelijk tegen de mannen die meer verdriet brengen dan plezier. En tegen de charmante gebonden mannen, die op gezette tijden visjes uitgooien en denken dat wij dat niet door hebben. Dat zijn er meer dan je denkt, zeker op onze leeftijd, als de sleur zijn intrede gedaan heeft thuis.
De lente begint. Het licht en de zon doen iets met een mens. De natuur ontwaakt en wakkert onze levenslust op alle fronten aan. De behoefte om te ontmoeten, te genieten en te bruisen groeit. Ik ga erop uit. Van een muziekconcert tot een voetbalwedstrijd, van een lange fietstocht tot een lokale wandeling, van een strandtent tot een theatervoorstelling en van een roadtrip tot een bakje zwarte koffie met een boek in de achtertuin. Ik zie wel of ik ooit nog iemand ontmoet van wie ik blij word. Die foutloos en leuk blijkt te kunnen schrijven, of beter nog, die me weer uit dat rigide keurslijf weet te bevrijden.
Kennelijk is de ultieme voorwaarde, die mij werd toegedicht zowel door mijn omstanders als door mijzelf, toch geen wet van Meden en Perzen en overstijgt de chemie het verstand. Dat verklaart waarom met steekwoorden zoeken naar een specifiek omschreven persoon een kansloze missie is, maar óók waarom er zoveel verdriet en onrust is, als gevoel en verstand oorlog voeren door een patstelling, een catch-22.
Je zou toch hopen dat je op deze leeftijd inmiddels tot betere inzichten in staat zou zijn. Dat gêne nog amper een rol zou spelen en we veel minder gevoelig zouden zijn voor oordelen, niet alleen van buitenaf, maar vooral die van en over onszelf. Dat we zouden begrijpen dat eerlijkheid het langst duurt en dat duidelijkheid efficiënter werkt.
Helemaal in gedachten verzonken ruk ik de veter van mijn wandelschoen aan gort. Ik zal eerst nieuwe moeten gaan kopen. Met mijn snuit in de zon, m’n haar in de wind en muziek op m’n oren spring ik op de fiets.
Komt tijd, komt raad. Ik kan er voorlopig toch geen touw aan vastknopen.
Nothing but Thieves: impossible
Took a breath, let it go
Felt the moment settle so
I couldn’t wait to tell you why
I’m standin’ here with this awkward smile
And that’s because
I could drown myself in someone like you
I could dive so deep I’d never come out
I thought it was impossible
But you make it possible
4 reacties
Esther · 13 april 2024 op 21:38
Die prins op het witte taalpaard komt zeker nog wel voorbij;-)
Wen. · 14 april 2024 op 10:13
In dit leven nog? 😂😂😂
Zal alvast m’n rijskills updaten 😜
Rom · 28 april 2024 op 15:53
Goed verhaal dat vraagt om een vervolg.👍
Wen. · 28 april 2024 op 19:11
Dat komt er wel, Rom! 😁