“Hoe is het, mam?”, vraagt hij, terwijl we zijn verjaardag vieren in de zon op een terras. “Ben je nu al op een datingsite of bij zo’n sneue wandelclub voor bejaarden?”. Ik schiet in de lach. Het klinkt ook zo aantrekkelijk, een sneue wandelclub voor bejaarden. Zijn ogen schitteren. “Lekker samen wandelen, door het bos. Zullen we samen over dat boomstronkje springen? Of samen naar het museum”. Hij lacht heel hard om zijn eigen grapjes en ik lach mee. “Je moet wel een keer wat gaan doen op dat vlak hè”, zegt hij: “je bent echt een burgerlijke rups geworden”.
Eenmaal thuis maak ik een profiel aan op een (te) degelijke site. Ik houd mezelf voor dat het de tussenstap is naar Tinder, het platform dat ik zo lang als mogelijk omzeil. Hoe maak je een wervingstekst voor jezelf? Burgerlijke rups zoekt vrije vogel. Oud vel zoekt een grote, dierlijke kerel”. Ik typ, wis, typ, wis en typ. Alles wat je schrijft is onzin. Ik doe dus maar wat, voeg een recent fotootje toe en klaar. Ik weet niet waar ik bij een ander op moet selecteren en ook niet wat ik over mezelf zou moeten vertellen. Wat wil iemand horen? Niemand is altijd lief, altijd vrolijk, altijd sportief of altijd aan het werk. Ik ben veel wél (of: wel veel), maar ik ben zéker niet het ultieme, slanke, strakgetrokken, opgespoten, gracieuze en naïeve hertje dat veel mannen zoeken. Je valt toch door de mand als je iemand in het echt gaat ontmoeten, dus eerlijkheid is wel zo handig. Ik scrol vervolgens een tijdje fanatiek door de mannelijke kiloknallers.
A. (62):
“Hoewel op zoek naar een meisje, vrees ik dat ik begin 30 en jonger niet meer bij ga houden. Maar je kunt me natuurlijk altijd verrassen! Mijn vrienden zeggen dat ik er goed uit zie :-). Ik heb geen bijzondere wensen. Wel verzorgd, stijlvol, slank, lang haar en mooie handen. Ik houd niet van piercings en tatoeages. Ik ben lang genoeg voor jouw hoge hakken”.
Ik kijk naar zijn kleine profielfoto. A. is 62 en ziet er ook ook zéker zo uit. Ik vind zijn tekst sneu. Mannen kijken kennelijk in andere spiegels dan vrouwen.
K. (55):
“Voor mijn profiel heb ik de naam van mijn overleden hond gebruikt. Ik had een heel bijzondere band met hem. Hij was een dominante roedelleider en kwam via herplaatsingen in het asiel terecht. Ze konden maar geen baasje vinden die wist hoe met honden om te gaan. Toen ik hem zag wist ik: die ga ik redden uit het asiel. Drie kwartier nodig gehad om door de ballotagecommissie te komen. Toen voelden ze aan: dit is de man die weet hoe hij met honden moet omgaan. Ik werd al hondenfluisteraar genoemd”.
Drie alinea’s verder gaat het nog steeds over zijn hond. Over de lijdensweg na botkanker, zijn medische kennis (die dat van de dierenarts uiteraard oversteeg) en de leegte die de viervoeter achterliet. Ik vraag me af of K. begrijpt dat hij op een site is waar je doorgaans mensen hoopt te vinden. Ik word in ieder geval niet warm van deze met zichzelf ingenomen hondengoeroe en ga hem zeker niet uit zijn asiel redden.
P. (63)
“Hoewel ik de 60 gepasseerd ben, ben ik nog jong vanbinnen en vanbuiten. Niets is me te gek en mijn vrienden kunnen me soms niet bijhouden. Ik haal het uiterste uit iedere dag en verwacht dat ook van jou. Groots en meeslepend leven, dat wil ik. Ik zoek een meisjesachtige, slanke vrouw die met me op avontuur wil. Qua uiterlijk geen specifieke omschrijving, maar zoals Theo Maassen zegt: ik moet wel met je over straat kunnen”.
Lekker groots en meeslepend verder zoeken, P. Mij niet bellen.
De moed zinkt me al op de eerste dag in de schoenen. Er komen privéberichtjes voor me binnen.
H. (58)
“Je houdt van muziek, vertel me dan eens, wat waren je laatste activiteiten op dat vlak en wat heb je op de planning staan voor dit jaar?”.
Ik vind de vraag wel leuk, dus ik antwoord naar waarheid.
“Ik was bij Marillion. Bij Kim Wilde. En ik ga dit jaar nog naar the Cult en Fish”.
Het antwoord van H. volgt snel. “Dan gaan wij niet levellen. Veel succes nog hier”. Weg is H. En ik had expres nog niet verteld dat ik Ian Astbury, de zanger van the Cult, in zijn hoogtijdagen woest aantrekkelijk vond en nu vooral van dichtbij ga kijken of hij goed geconserveerd of jammerlijk afgetakeld is. H. heeft me direct in zijn blokkades gezet. En door.
S. (66)
“Wat een leuke vrouw ben jij! Heb je zin om kennis te maken?”. Handige opening van S. Het scheelt een hele hoop tijd als je eerst even vraagt of iemand zin heeft om een gesprek aan te knopen. Ik mail hem terug. “Je lijkt me ook heel aardig, S. Dankjewel voor je berichtje. Om eerlijk te zijn val je qua leeftijd buiten mijn zoekgebied. Je woont ook nogal ver weg. Ik denk niet dat het zinvol is om verder contact te zoeken”. S. is teleurgesteld. “Leeftijd is maar een getal”, antwoordt hij. Dat zeggen alle mannen die een jonge vrouw zoeken. “Jammer dat je het daarop laat liggen”. Even maak ik een pas op de plaats en vraag ik me af of hij gelijk heeft. Maar ik besluit bij mijn eerste reactie te blijven. 150 km rijden en elf jaar leeftijdsverschil, het is me allebei te gortig.
J. (59)
“Vanmiddag wat drinken?”, vraagt J.: “dat is handiger dan berichtjes naar elkaar typen”. J. heeft haast en valt met de deur in huis. Hij heeft een wazige foto en dito profiel. “Dankjewel voor je uitnodiging”, antwoord ik hem: “je laat er geen gras over groeien”. J. antwoordt meteen: “nou? Waar zien we elkaar? Ik kan ook jouw kant op komen?”. Hij woont dichtbij. “Krijg je niks van hè, van een bakje koffie drinken”. Dat laatste is nog maar de vraag, J. Hij komt dwingend op me over. Hij zal wel slechte ervaringen hebben met eindeloos mailende vrouwen die zichzelf nooit willen laten zien. “Kan het ook volgende week, ergens in de stad?”, vraag ik hem: “dan heb ik alle tijd”. J. heeft -nog geen tien minuten later- al geen interesse meer. J. had waarschijnlijk last van acute Jeuk. Heb ik soms ook, maar vandaag niet.
M. (57)
“Hee, leuke vrouw!”. Ik herken hem direct. Hij was vijf jaar geleden, toen ik tijdelijk op deze site was, ook al lid. Ik kwam er pas na twee dates achter dat hij getrouwd was en een side chick zocht. Mijn geheugen is beter dan het zijne. “Je profiel sprak me meteen aan. Zullen we kennis maken?”. Ik laat het even rusten. Wat zal ik doen? Vragen of hij nog steeds gewoon getrouwd is? Of zal ik lekker blond doen? Ik besluit het laatste en heb er zelf plezier in. “Hee M.!”. antwoord ik; “heb je morgenmiddag tijd voor een drankje? Ik ben dan toch al op de Grote Markt!”. Het duurt even voordat het antwoord komt. “Ik werk morgen, ik ben zelden in het weekeind vrij”. Ik grijns achter mijn beeldscherm, wetende dat M. een gewone kantoorbaan heeft en alle weekenden vrij is, maar een gezin heeft, waardoor hij beperkt is in zijn date-mogelijkheden. “Oh, kun je dan nooit in het weekeind afspreken?”, antwoord ik hem: “dat is wel jammer”. Er komt laat in de avond een berichtje terug. “Voor jou maak ik wel een uitzondering hoor”, zegt hij. Vast wel, M.! Ik ben er ineens klaar mee, het is zonde van mijn tijd. “M., wij kennen elkaar al. Dat ben jij kennelijk vergeten, maar ik niet. Ben je nog steeds gewoon getrouwd?”. Ik krijg geen antwoord meer en zie de volgende ochtend dat hij me geblokkeerd heeft. Even overweeg ik hem te rapporteren op de site, maar ik laat het. Hij doet wat zoveel mannen doen, het is onbegonnen werk en zonde van mijn energie.
Ik geef mezelf een maand de tijd om via deze site te proostitueren. Het ziet er tot op heden niet hoopvol uit, maar dat kan me weinig schelen. Dat is natuurlijk geen goed teken en een beroerd uitgangspunt voor het ontsteken van een knetterend vuurtje. Ik ben liever alleen dan met zomaar iemand. Mijn hart heeft gewoon meer tijd nodig dan mijn verstand om los te laten wie me in een oogwenk deed smelten.
Ik zet stevige muziek op en leg een fles wijn koud voor vanavond, als vriendin X. komt. Kunnen we samen lachen en weemoedig kijken naar de mannen die hun aftakelingsproces geforceerd verdringen of creatief liegen over hun uiterlijk, hun lichaamslengte of hun status.
En proosten, op het leven.
2 reacties
Johan · 9 juni 2024 op 19:28
Hebben er ook nog mensen gereageerd van onder de 60🤔
Wen. · 9 juni 2024 op 19:43
Zeker Johan, de leeftijden staan erbij hè 😎