“Het is best fris buiten, ik ga even op zoek naar een vest of een jasje en J. moet nog een broek hebben, dus we gaan gauw nog naar de stad”, appt vriendin G. me de ochtend van het feest. Ik glimlach. Ze zijn ook van het laatste moment. Van het prachtige diep donkerblauwe pak dat ik vorige week bestelde, werd maar één deel geleverd en nu is het alsof er oorlog in mijn slaapkamer woedt. Ik trek aan, uit, zucht, vloek en tier, kom kleding tegen waarvan ik het bestaan niet meer wist, vraag advies aan kind en buurvrouw, concludeer dat het niks wordt en leg me uiteindelijk maar bij de feiten neer. Vanavond ben ik te gast bij het Feest der Feesten, één van het kaliber waar ik er al honderd jaar geen meer van gehad heb: een bruiloft met alles erop en eraan. De uitnodiging staat al een tijd prominent op de kast in mijn woonkamer.
Tijdens de rit naar de trouwlocatie bekruipt me een paar keer het gevoel dat we van de wereld af zullen vallen. Tweebaanswegen, gescheiden door een dubbele streep, waar alsnog levensgevaarlijke inhaalmanoeuvres plaatsvinden, maar wij senioren ons keurig aan de snelheid houden en schietgebedjes doen voor de jeugd die zich onsterfelijk waant in het verkeer.
De trouwlocatie is schilderachtig mooi. Een houten looppad leidt naar een romantisch prieel aan de voet van het water. De zon schijnt, er waait een frisse wind en de gasten nestelen zich in truien en onder dekens op de houten stoelen, die vooraf door het bruidspaar van namen zijn voorzien. Ik ben tussen twee echtparen in gepositioneerd. De knappe bruidegom komt als eerste tevoorschijn, gevolgd door zijn mooie dochters, de bruidsmeisjes. Daarna komt de stralende bruid, die wordt weggegeven door het derde prachtige bruidsmeisje: haar dochter. Het emotioneert me.
De ambtenaar praat het geheel aan elkaar. Ik luister en observeer. Ik ken heel weinig mensen, maar herken er een aantal van hun foto op Vleesboek. Ik bombardeer een blonde dame tot zus van de bruid, maar hoor later dat dit een verkeerde aanname is. De man naast me vertelt een amusant verhaal over de samenwerking met de bruid. Mensen achter me klagen over de kou. De jonge hond van het bruidspaar laat van zich horen. Het stel voor me denkt -vanonder een gezamenlijk dekentje- hardop na over de diverse gebruiksmogelijkheden van de enorme hondenkluif. Er wordt gelachen.
De officiële trouwgelofte wordt afgelegd onder het toeziend oog van de getuigen, waarvan er één speciaal uit Johannesburg is komen vliegen. Dat moet wel een hele bijzondere vriendschap zijn. In onderkoelde toestand valt het weinig mensen meer op dat de ambtenaar een verkeerde datum noemt als ze de huwelijksakte samenvat en het officiële gedeelte daarmee afsluit.
Het feest dat volgt is in de mooie brasserie met uitzicht op het water. Ik tuur naar de overkant en probeer te bedenken waar ik naar kijk. Windmolens in de verte en een dorpje aan de overkant. De zingende pianist, dan wel de pianospelende zanger, zorgt voor de muzikale omlijsting. De bruid en bruidegom pakken de microfoon en zetten een duet in. I got you, babe! Ik ken de bruidegom al heel wat jaren, maar op zingen heb ik hem nooit betrapt. Verborgen talenten, waar zij er -zo blijkt later- ook een aantal van heeft.
De dansvloer stroomt vol, de haardvuren branden, de alcohol vloeit. Buiten vormt zich een groepje rokers rondom het vuur. Ik ga er even bij staan, niet om te roken maar om naar de ondergaande zon te kijken en van het uitzicht te genieten. “Ik ging gauw naar buiten toen ze samen gingen zingen”, zegt de dochter van de ingevlogen getuige, die in Nederland studeert en tijdelijk bij de bruid en bruidegom inwoont. “Ze hebben het thuis al zo vaak geoefend, ik had het wel vaak genoeg gehoord”. Ze spreekt goed Nederlands. “Hoe is het nu met jullie huis in Zuid-Afrika?“, vraag ik haar. “Dat is helemaal afgebrand”, antwoordt ze. Ik knik instemmend en verbaas me over de kalmte die zij, haar broers en haar vader hier vanavond uitstralen. “Echt, helemaal. Maar er wordt hard gewerkt en de opbouw gaat goed”. We kletsen wat, over haar studie en haar relatie in Zuid-Afrika. “Hij komt ook naar Nederland om te studeren en dan willen we graag gaan samenwonen”, vertelt ze. “Maar jullie hebben zulke kleine huizen hier”. Ik luister geamuseerd. “Jullie hebben echt van die smalle ruimtes”. Ze maakt er met haar handen gebaren bij alsof wij in de piepkleine ladenkastjes van de Ikea wonen. “Als ik op de muur bonk, dan horen de buren dat. Als ik door het slaapkamerraam kijk, kijk ik in de tuin van de buren. Dat wil ik echt helemaal niet”. Ik schiet in de lach. “Jij bent een beetje verwend denk ik”, antwoord ik en ze lacht vrolijk terug.
De ceremoniemeester is een excentrieke, enthousiaste vrouw. Ze leidt het geheel in goede banen, samen met haar partner, van wie ik meermalen tevergeefs probeer zo onopvallend mogelijk het aantal ringen in zijn linkeroor te tellen. Het rechteroor is overzichtelijker, daar zit één grote tunnel in.
Eén koppel kan niet van elkaar afblijven. Hij laat de hand, de rug, de schouders en de billen van zijn knappe partner niet los en zoent haar iedere paar minuten hartstochtelijk op de mond. Ik hoop voor hen dat ze -als ze het einde van het feestje al halen- ergens dichtbij een overnachting hebben geregeld, ook al zullen ze weinig meekrijgen van de entourage.
Van een ander koppel swingt alleen het mannelijke deel de pan uit, terwijl het vrouwelijke deel gereserveerd toekijkt en de glazen op tafel meermalen in veiligheid brengt, nu hij soms wat ongecontroleerde bewegingen maakt. Ik zou wel eens in haar hoofd willen kijken.
De moeder van de bruidegom vraagt me naar mijn naam. “Oh ja”, zegt ze: “dat is waar ook”. Ze ziet er ontzettend goed uit voor haar leeftijd. “Sorry hoor, ik moet af en toe gaan zitten, mijn nieuwe knie wil niet wat ik wil”. Ze vertelt over een heup, een knie en antwoordt op mijn vraag hoe het met haar gaat dat het heel goed met haar gaat. “Ik heb genoeg leuke dingen te doen”, zegt ze: “en binnenkort ga ik weer op vakantie met mijn zoon en zijn dochter”. Bij navraag blijkt ze 86 te zijn. Wat een kwiek mens!
Naarmate de avond vordert, verandert de muziek. Er komen smartlappen voorbij en ik sluip er als de polonaise begint gladjes tussenuit voor een toiletbezoek. De bruid zingt helder en goed een ABBA-compilatie. Het valt me op dat de ene man die alleen is ergens positie kiest aan de buitenrand van de feestzaal, terwijl de andere twee mannen zich veelal bij hun kinderen voegen. Ik sta drie keer op het punt om een praatje aan te knopen, maar ik doe het niet en vergoelijk dit door tegen mezelf te zeggen: zij doen het ook niet. En ze leefden nog lang en gelukkig.
“Maar Wen”, zegt de bruidegom even later: “jij kunt nog gesprekken voeren met een lantaarnpaal”. We schieten allebei in de lach. Hij heeft gelijk, dat kon ik altijd goed. Maar in een setting als deze is het lastig en komt het al snel geforceerd over, alsof de intenties niet zuiver sociaal zijn. De meeste mensen, die in gezelschap zijn, hebben weinig oog voor hun omgeving en niet heel veel mensen nemen de moeite of hebben er behoefte aan om een gesprek aan te knopen met iemand die zij niet kennen. Het zou een mooie aanvulling zijn op de wedding planner- en de ceremoniële taken, iemand die laagdrempelig netwerkt.
Het bruidsboeket, dat even later door de bruid in het publiek wordt geworpen en rakelings langs de plafondversiering scheert, komt in handen van haar eigen dochter van 15. De bonusdochter, die bij het bruidspaar inwoont, had het graag willen vangen. “Dat lijkt me zó leuk”, zei ze met een stralende snuit, toen ik met haar praatte bij het vuur buiten: “I want to freak my father out by catching that bouquet”. Ik verheugde me erop en schatte haar kansen hoog in door haar lengte. Als de vader in kwestie gedacht heeft: “wat kijkt die vreemde vrouw toch naar me”, dan kwam dit omdat ik het schouwspel niet wilde missen. Met terugwerkende kracht mijn excuses.
Het is laat, als ik de sleutel in mijn voordeur steek. Met een dampende kop thee sluit ik de dag af. Het was fijn om getuige te mogen zijn van deze ceremonie, waarbij het vertrouwen in de liefde de boventoon voerde. Twee mensen, bij elkaar gekomen via een datingsite; drie dochters, een hond, familie en vrienden. Er waren flinke hobbels te nemen, er moesten concessies worden gedaan, er werden gezinnen samengevoegd, strijdbijlen begraven, vriendschappen gesmeed en er werd een nieuwe balans gevonden. Het ultieme was bereikt en dit werd samen met ieder die hen een warm hart toedraagt gevierd met volop ruimte voor lieve woorden, voor waardering, voor onomwonden blijdschap, voor een lach en een traan. Er was herkenning en verwondering. Er was respect voor het verleden en vertrouwen in de toekomst. Er was oud en nieuw. Het was helemaal goed.
And it all started with a swipe.
UB40 ft. E&B: I got you, babe
2 reacties
Esther · 3 juli 2022 op 23:03
Je had nog even kunnen bellen voor een duik in mijn kast 😉
Wen. · 3 juli 2022 op 23:26
Het ligt niet aan mijn garderobe, het zit tussen mijn oren. Daar wordt aan gewerkt 🙂
Toch bedankt, voor een eventuele volgende keer zal ik het onthouden!