Met het vuur in de sloffen

Ik hoorde dat je aan het daten bent, wat leuk!”, zeg ik haar als we samen in de auto zitten om een middag op stap te gaan. Ze knikt. “Ja, dat klopt”, zegt ze en ze lacht. “Maar eh….., het is alweer voorbij ook”. We zuchten allebei. “Wat jammer”, antwoord ik: “hoe komt het?”. Ze vertelt, over de datingsite waarvoor ze zich heeft aangemeld en de man die haar een leuk berichtje stuurde. Ze zoekt met beleid naar de liefde en een manier om de lust gedoseerd toe te laten. “We raakten aan de praat, hij en ik. Het was echt leuk, hij leek me een interessante kerel”, vertelt ze. “Hij woont zo’n honderd kilometer bij me vandaan en is vader van een kind van zeven”. Ik slik mijn: “oh nee!” in, maar ze zegt het zelf al. “Daar heb ik eigenlijk geen zin meer in hè, in een jong kind dat nog jaren gebonden is aan zo’n ouderschapsregeling en dat je daar dan de hele tijd rekening mee moet houden”. Dat snap ik volkomen. Zij en ik hebben ieder vier kinderen groot gebracht en genieten nu van onze vrijheid.

Ze vertelt verder. “We spraken af om ergens in zijn stad te lunchen. Hij kon precies een uur of drie van huis weg, want zijn kind had een feestje”. Ik luister. “Het was leuk, het eten. Ik had vooraf wel wat reserves vanwege dat jonge kind, maar goed, ik ging toch. Je weet tenslotte maar nooit. Ik dacht: misschien is hij wel zo leuk dat ik dat kind voor lief neem. Dus we kletsten, dat ging op zich prima, maar ik vond hem wat flegmatisch. Na afloop van de lunch kuste hij me uitgebreid gedag. Nou ja, dacht ik, kom maar op, wat maakt mij het uit, ik ben er nu tóch. Ik liet het een beetje gebeuren”. We lachen. Het is allemaal zo herkenbaar. “Maar….. ik was niet zo onder de indruk van die kus. Hij liep nogal hard van stapel”, vervolgt ze; “we stonden ergens buiten op straat te zoenen. Nu maakt me dat op zich allemaal niet zoveel uit, want wat kan mij het ook schelen wat een ander ervan vindt, maar hij zoende nogal hartstochtelijk”. Ik kijk naar haar vrolijke snuit. “En voor ik het goed en wel in de gaten had, zat zijn hand ineens in mijn broek”. We lachen allebei hardop. “Jemig, en toen?”, vraag ik haar. “Toen heb ik gezegd dat hij maar snel zijn kind moest gaan ophalen en ben ik vertrokken”. Het contact verwaterde en zij besloot met een netjes berichtje een streep door een mogelijk vervolg te zetten. Hij accepteerde.

We sparren, over de mogelijkheden om nieuwe contacten te leggen. Over haar uitdrukkelijke voorkeur voor een hoog-intelligente man. “Ik wil zó graag een man met ballen”, betoogt ze. Dat zou best simpel kunnen zijn, ware het niet dat ze het niet in fysieke zin bedoelt. “Al die doetjes, die halve zachten, die volgers. Geef mij maar een echte vent”. Ik voel haar vastberadenheid. Ze is een sterke persoonlijkheid en heeft iemand met karakter naast zich nodig. Nu is de definitie van een “echte vent” ook nog voor discussie vatbaar, maar dat laat ik voor wat het is, want het is allemaal al ingewikkeld genoeg. “Die slapjanussen, die het allemaal wel best vinden en die zich naadloos achter jouw plannen verschuilen, maar zelf nooit eens iets initiëren. Van die ‘het maakt me niet uit’-types, die nergens verantwoordelijkheid voor willen nemen”. Ze balt een vuist en maakt een wegwerpbeweging. “Ik zoek een echte kerel, eentje die er stáát. En voor de seks regel ik dan intussen wel wat anders”. Ze is van alle gemakken voorzien; haar catalogus met smakelijke, exclusieve hapjes ligt naast de doos met hulpstukken.

En jij?”, vraagt ze me. “Ach”, antwoord ik haar: “vorig jaar op reis voelde ik me zo lekker vrij. Maar hier stel ik die kloterige datingsites alsmaar uit. Wat een stom gedoe allemaal. Ik klets nu leuk met iemand die me af en toe fantastische muzieklinkjes stuurt. Daar ben ik dan weer hypergevoelig voor. Stuur me goede muziek of poëzie en ik ben als was in je handen”. Ze lacht en ik vervolg. “Hij vroeg vorige week of hij me eens mocht bellen. Ik dacht meteen: ‘nee, daar begin ik niet aan’. Maar gelukkig kwam ik al snel tot het inzicht dat bellen verhelderend en vrijblijvend is en voegde ik de daad bij het woord. Anderhalf uur hebben we gekletst over van alles en nog wat. Was écht heel leuk”. Ik zie haar priemende blik en haar krullende mondhoeken. “Goed dat je toch hebt ingestemd met dat telefoongesprek”, zegt ze en ik glimlach. Ik was inderdaad in een uitermate toegeeflijke bui. En, sterker nog, een paar dagen later wéér. “Maar hoe nu verder, dat weet niemand”, zeg ik. “Dat hoeft toch ook niet?”, zegt ze: “go with the flow“. Ze heeft gelijk. We zijn inmiddels gearriveerd op de plaats van bestemming, stappen uit de auto en verleggen onze focus.

Eenmaal terug thuis nestel ik mezelf in het hoekje van de bank. Het regent weer, dus ik heb alle tijd om het nieuwe boek van Floortje te lezen. Heimwee moet je inderdaad koesteren, Floor! Er komt een berichtje uit Canada, dat de schapen die ik daar verzorgd heb, hebben gelammerd. En dat er weer zulk mooi Noorderlicht te zien was. Ik voel de heimwee in mijn borstkas. Wat heb ik intens genoten daar.

Even later komt er een berichtje van muziek-meneer X. “Ik vind jou heel leuk”, schrijft hij onder een linkje van Crowded House. “Ik voelde me vandaag de hele dag blij”. Ik gooi mijn telefoon demonstratief twee kussens verder. De schrik slaat me om het hart. Wat staat daar nou? Ik lees het nog eens. Het staat er echt. Ik klap mijn boek van Floortje dicht en sta op van de bank, zonder te weten waarom. De drang om heel hard weg te moeten rennen overvalt me behoorlijk. Wat moet ik terug sturen? Niks zeggen is ook zo onaardig. Ik besluit een smiley te sturen, nu het me ontbreekt aan passende tekst en trek mijn wandelschoenen aan. Ik moet weg van hier. Nu.

Met mijn haar in de wind kom ik weer bij zinnen. Vluchten helpt me natuurlijk niets. Ik ben de halve wereld overgevlogen, heb me vogelvrij gedragen en ik durfde dat allemaal. Nu komt er een appje met een lieve inhoud en weet ik niet hoe snel ik me moet verstoppen. Waarom? Hij zei gewoon wat aardigs tegen me. Hij vroeg me niet ten huwelijk. “Doe toch eens even normaal”, zeg ik tegen mezelf en zet de pas erin. Een paar straten verderop komt de rust weer terug. Geschrokken van mijn eigen reactie besluit ik hem terug te schrijven dat ik zéker geen valse hoop wil wekken nu ik diverse valide redenen heb om te twijfelen. Hij stuurt een luchtig berichtje terug. “Run Wen, run!”, schrijft hij en hij plaatst er een liefkozend icoontje achter. Hij voelt het goed aan. Ook dat nog.

Een klein uur later plof ik terug in dezelfde hoek van de bank. Een ervaring rijker, een illusie armer. Misschien is dit de doortastende intellectueel die mijn vriendin vandaag zei te zoeken en kan ik ze aan elkaar voorstellen. Dan kan ik tenminste weer lekker verder met mijn leven. Dat is absoluut het handigst. En ja, ik zal iets moeten met deze struisvogelpolitiek die nergens toe leidt.

Gelukkig zijn de wachtlijsten overal eindeloos lang. Ik voel een reisje aankomen. Of twee. Naar een gebied zonder bereik.



Crowded House: fall at your feet

Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

4 reacties

Keetie · 7 mei 2023 op 22:17

Heerlijk geschreven, en een fantastische reis gewenst, al dan letterlijk 😉

    Wen. · 8 mei 2023 op 22:25

    Dankjewel Keetie 🙂
    Als ik ergens in Timboektoe een kneuterig resort heb gekocht, dan mogen jullie allemaal komen 😘

Anoniem · 13 mei 2023 op 10:35

Lieverd, wat heerlijk om te lezen dat je nog altijd gevoelig bent voor mooie muziek en foutloos gespelde tekst :-). Ik ga een cursus volgen voor dat laatste deel. Ik zou maar hard wegrennen als ik jou was!

    Wen. · 20 mei 2023 op 18:17

    Sommige dingen veranderen inderdaad nooit 😊.
    Succes en veel plezier met je cursus (ik ben benieuwd van wie ik straks poëtische tekst ga krijgen), ik denk dat ik intussen mijn snelle schoenen maar alvast ga zoeken 😳

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Cosy