Afscheid nemen

Mam, kunnen mijn spullen bij jou?”, vraagt hij me. “Ik heb mijn kamer onderverhuurd. Al mijn persoonlijke dingen moeten eruit, maar de meubels kunnen wel blijven staan”. Hoewel hij geen grote studentenkamer bewoont, vrees ik toch dat er verrassend veel meuk uit zal komen. “Is goed”, antwoord ik hem, met het oog op mijn zo goed als lege zolderruimte.

Hij ziet er gespannen uit, als hij de avond voor vertrek binnenkomt. Zijn vriendinnetje oogt vrolijk en kletst honderduit. We brengen dozen naar boven en mijn wasmand vult zich met zijn laatste slaapspullen en kleding. Verhuisdozen en reistassen worden opgestapeld, ik sluit de deur om de boel aan het zicht te onttrekken. We eten samen en brainstormen over de vlucht, de overstap in Qatar, zijn verblijf op de campus en zijn trektocht daarna door Maleisië. Naarmate de avond vordert wordt hij stiller en zij levendiger. “Ik ga naar bed”, zegt hij even later: “ik ben moe”. We omhelzen elkaar en ik besluit uit mededogen voor het afscheid nemende liefdeskoppel en ter bescherming van mijn eigen gehoor nog maar een tijdje beneden te blijven zitten.

Ben je zenuwachtig?”, vraagt vriendin X. me. “Nee”, antwoord ik naar waarheid. Het voelt wel apart, maar zenuwachtig ben ik niet. Zoon 3 gaat beslagen ten ijs op pad en heeft dit zelf gearrangeerd. Hij zag een kans en greep deze. Deze drempelvrees herken ik van zijn broer, die dit kunstje een jaar of drie geleden voordeed en van mezelf. Mijn maag draaide vier keer om toen ik werd afgezet bij het vliegveld, van de weeromstuit liet ik mijn noise-cancelling koptelefoon in de auto liggen en ondanks de afspraken die ik met mezelf had gemaakt vloeiden er tóch tranen. Het kwam allemaal goed, maar daar heeft zoon 3 nu niets aan.

Ik ben op de dag van vertrek vroeg beneden en mijmer wat, onder het genot van een dampend kopje koffie. Ruim op tijd hoor ik de tortelduifjes lachen in de badkamer en arriveert zijn vader. Op dagen als deze vormen zijn vader en ik nog altijd een solide team. We vertrekken met eierkoeken en water en belanden vrijwel meteen in de file. Het is stil op de achterbank, waar zoon 3 en zijn liefje tegen elkaar aan gedrukt zitten. Ik klets gezellig bij met zijn vader, we luisteren naar muziek en ik beantwoord de apps van zijn vrouw, die vanwege haar werk niet mee kon maar dat wel gewild had. Ik stuur haar een paar fotootjes, ze reageert er opgewekt op. We bereiken het vliegveld op tijd en laden zoon 3 met zijn backpack en handbagage uit. Hij is een kop groter dan ik ben, zijn vriendinnetje is een kop kleiner dan ik ben, het ziet er grappig uit als ze bepakt en bezakt zij aan zij voor me uit lopen. Het is alweer even geleden dat ik op een vliegveld kuierde. De sfeer en de reuring zijn er leuk; ik zou er een hele dag kunnen zitten om rond te kijken. Mensen komen en gaan, er is liefde en verdriet, blijdschap en ellende. Een vliegveld is eigenlijk het leven in een notendop. Het gloeiende gevoel in je borstkas wanneer je iemand ophaalt van wie je houdt en de spanning als je zelf door de schuifdeuren komt en ziet wie je in je armen kunt sluiten. Het ontroert me iedere keer weer. “Je gaat toch alsjeblieft niet huilen hè mam”, hoor ik zoon 2 in gedachten zeggen. Ik bijt op mijn lip en antwoord hem zonder geluid. “Nee nee, ik doe m’n best”.

Vanwege drukte op de luchthaven moet zoon 3 na het afgeven van zijn bagage gelijk door naar de douane. De gezamenlijke kop koffie die we onszelf hadden beloofd zit er niet meer in. In de overvolle vertrekhal omarmt zoon 3 zijn liefje met verve. Zijn lange armen vouwen zich om haar heen en met gesperde vingers drukt hij haar zo dicht mogelijk tegen zijn borstkas aan. Tranen vloeien bij ons drieën, opbeurende woorden worden gewisseld. Ik leg het liefdevolle moment vast en zal de foto op de terugweg ook met haar moeder delen. Ik omarm mijn jongste stevig, druk hem op het hart dat ik van hem hou en wens hem veel plezier. Zijn vader is de nuchterste van het gezelschap. Hij maakt foto’s van die kleine, die -voordat hij na de toegangspoortjes in de massa dreigt te verdwijnen- nogmaals omdraait en zwaait.

Met mijn arm om zijn vriendinnetje kuieren we stilzwijgend terug naar de auto. “Je bent dapper”, zeg ik haar en ze knikt. “Fijn dat je in oktober naar hem toe vliegt, hè?”, zeg ik en ze glimlacht. We zetten de terugreis in en zijn vader en ik praten over hoe het vroeger was. “Gelukkig hebben we maar vier kinderen”, zeg ik tegen hem. “Ik wilde er zes”, antwoordt hij en ik knik instemmend. “Jij wilde een bus kopen en die helemaal met je eigen nageslacht vullen”, zeg ik en we lachen alledrie. “Ik weet nog precies het moment dat jij zei dat je vier kinderen écht wel genoeg vond en dat we besloten dat ik een knoop zou laten leggen”, vertelt hij. Mijn geheugen vertoont hier toch enige slijtage. “Oh ja? Wat hebben we al veel hoogte- en dieptepunten gehad hè?”, zeg ik hem. We halen wat herinneringen op, over de chaos en de drukte in ons gezin. Over de kinderen, die na meer of minder turbulentie fantastisch zijn opgedroogd. En over ons leven nu. Vriendin M. volgt ons gesprek met een grote grijns vanaf de achterbank. Ik app intussen foto’s aan de mensen die in mijn hart wonen, inclusief de vrouw van zijn vader en de moeder van zijn liefje. Het kan allemaal.

Als ik een paar uur later de sleutel in mijn voordeur steek en zijn meisje heb uitgezwaaid, overvalt de stilte me. Er is niets veranderd bij gisteren vergeleken, maar nu voelt het leeg en teer. Het regent onafgebroken, ik nestel mezelf met een kop thee op de bank. Afscheid nemen went niet, ook niet als je het al zo dikwijls gedaan hebt. Iemand liefhebben, op welk niveau dan ook, maakt je kwetsbaar.

Dochter 1 appt. “Gaat het, mam?”. Zoon 1 en zoon 2 bellen. “Ik dacht, ik ga maar eens even kijken hoe het met je gaat. Jou kennende vond je het zeker weer moeilijk vandaag”, lacht zoon 2. Het loeder. Zijn vader appt: “we hebben het goed gedaan vandaag!” en ook zijn vrouw laat van zich horen. Ik voel de liefde en de betrokkenheid en tel mijn zegeningen.

Ik snap het wel hoor”, zegt vriend X.: “maar weet je….. dit afscheid kent over een tijdje ook weer een warm welkom”. Hij heeft gelijk. Verdriet bij een afscheid kan alleen maar bestaan bij de gratie van liefde. Zoon 3 verkent vrijwillig de wereld en zijn eigen grenzen. Het zal zijn blik verruimen en zijn kennis vergroten. Hij zal herinneringen maken waar hij lang op kan teren. Het is een mooie ontwikkeling en ik ben trots op hem. Ik haal diep adem, strik de veters van mijn wandelschoenen, rits mijn regenjack dicht, sluit de voordeur achter me, trotseer de regen, adem frisse lucht in en luister via mijn oortjes naar mooie muziek.

Het is helemaal goed.

Veldhuis en Kemper: maak je vrij

Maak je vrij, maak je alsjeblieft op tijd weer los van mij
Ik zal je nooit verliezen, dus je raakt me nergens kwijt
Maak je vrij

’t Is je angst, die ik meteen herken
maar het bangst, ik denk dat ik dat ben


Zoek voor alles jouw moment, hou niet vast aan wat je kent
je hoeft alleen te worden wie je toch al bent

Delen op facebook
Delen op twitter
Delen op linkedin

2 reacties

Esther · 9 augustus 2023 op 22:05

Ik lees met tranen in mijn ogen. Zo bekend dit fenomeen!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Cosy