“Zeg vriend”, app ik zoon 3, aan het begin van mijn korte vakantie: “wil je nog iets doen om je verjaardag te vieren?“. Zoon 3 is geen app-addict. Althans, niet met zijn moeder. Hij wordt 21 en dat lijkt me wel een feestje waard. Ik ben straks moeder van vier volwassen kinderen en dicht hiermee niet alleen een persoonlijk energielek, maar halveer ook mijn verantwoordelijkheid én verdubbel mijn ruimte. Het duurt even, maar dan heb je ook wat!
Na een tijdje krijg ik antwoord. “Uhm, mam, tja, ik hoef niet persé iets te gaan vieren hoor, ik heb het namelijk nogal druk”. Zo gaat dat, heb je er 21 jaar liefde en energie in gestopt, hebben ze het vanaf het moment dat ze volwassen worden ineens te druk voor familiefeestjes. “Oh, okee”, antwoord ik hem. Hoewel ik zelf ook een enorme hekel heb aan verplichtingen en niet van eindeloze visite-sessies houd, wringt het toch een beetje. Niks is wel héél erg weinig.
Zijn vriendin heeft kaartjes voor een pretpark geregeld. Ik vind het leuk dat ze iets voor hem georganiseerd heeft en weet ook dat hij niets liever doet dan met haar op stap gaan. Mijn kind geeft bijna licht als zij in de buurt is, maar even zo mooi is het om te zien dat zij schittert als hij -mijn zondagsjong- bij haar is. Het heeft bijna iets magisch om daar getuige van te mogen zijn, het emotioneert me soms ook. Het geluk en welzijn van je kinderen blijft van grote invloed op je eigen welbevinden, zelfs als ze volwassen zijn.
“We kunnen ook een keertje ergens gaan eten met elkaar?”, stel ik nog voor, in een uiterste poging om hem weer even te kunnen zien en spreken. Het werkt. “Oh, dat is wel leuk”, antwoordt hij: “ik weet nog wel een gezellig eettentje bij mij in de stad”. Kijk, er beweegt iets! Vroeger was het leven simpel, dan vierden we een verjaardag op de dag zelf en waren we de hele dag bezig met het ontvangen van de mensen die binnenliepen. Dat konden er soms wel meer dan dertig zijn. We bakten zelf taarten, maakten borrelhapjes, enorme pannen eten en het was één grote feestelijke janboel, waar je vervolgens dagen voor nodig had om het weer opgeruimd te krijgen en om alle restjes op te eten, want ik hield nooit zo van afgepast. Tegenwoordig krijg ik een digitale datumprikker om -samen met zijn vader en diens vrouw- een etentje te mogen trakteren aan mijn jarige kind en zijn liefje. Het kan verkeren.
De datumprikker rammelt wat en er wordt een keer of wat gewijzigd, maar uiteindelijk volgt er dan toch een moment, bijna vier weken na zijn verjaardag. “Druk baasje hoor”, appt zijn vader, die ook graag korte appteksten bezigt. Het is beter dan niets. Ik zet het op mijn ambachtelijke keukenkalender en verheug me op een tafel in een mij nog onbekende eettent.
Zijn echte verjaardag valt in mijn vakantieweek. Zoals ik dat altijd doe op memorabele dagen, blader ik ook nu een tijdje in oude fotoboeken om herinneringen op te halen. Gelukkig hebben we van meet af aan foto’s verzameld en gesplitst, ingeplakt en van tekst voorzien, want ik kan mijn kind als baby nu alleen nog herkennen aan de hand van omgevingsfactoren als kleding, kapsels, meubels en aanwezigheid van overige familieleden.
Eerst kreeg ik vier haast identieke baby’s. Dat was een instinker, want ze bleken vanbinnen totaal van elkaar te verschillen en dus ook een andere opvoeding nodig te hebben. Als een octopus bewoog ik me in en om mijn gezin om vervolgens te concluderen dat ik op heel veel fronten steken had laten vallen. Je kunt nu eenmaal geen vier moeders tegelijk zijn en mijn geduld was soms eerder op dan handig was. De puberjaren waren heftig, zeker omdat ze nagenoeg tegelijk hun oogkleppen op hadden. Hele nachten haalde ik door met kamers vol promiscue slungels, die ik faciliteerde met bier, koek en zopie. Overdag werd er gestudeerd, gewerkt, gesport, gelummeld en muziek gemaakt, althans dat was de bedoeling.
En kijk ons nu. Een oud vel met vier volwassen kinderen, die ieder totaal hun eigen vakgebied en habitat hebben gekozen en blij zijn met hun keuze. Die hun leven met door hen zelf gekozen vrienden vieren (“ga jij maar lekker met je eigen vriendinnen op stap, mam”) en die stevig met hun voeten in de klei staan. En bovenal zijn het vier lieve, maatschappelijk betrokken en ondernemende mensen geworden.
Ik woon inmiddels een jaar alleen, maar laat vandaag wéér een stukje los. Die kleine is nu 21 en daarmee vervalt mijn officiële verantwoordelijkheid voor ieder ander dan voor mezelf. Ik kan mijn verantwoordelijkheid nu volledig omruilen voor betrokkenheid. Dat is van een ander niveau en voelt best fijn na al die jaren.
Een grote taak is volbracht. Ik ben mijn eigen ruimte verder aan het inkleuren. Dat is spannend, ongewis en voelt ook wat vreemd na ruim 26 jaar. De stippellijnen staan er al, met potlood, want ik heb inmiddels wel geleerd dat zekerheid een utopie is. Je hebt lang niet alles zelf in de hand, je kunt hoogstens invloed uitoefenen op de manier waarop je met dingen omgaat. Die kristalheldere theorie probeer ik al een hele tijd om te buigen naar de weerbarstige praktijk. Het gaat met vallen en opstaan.
De grote boom midden in mijn achtertuin geeft me eigenlijk het voorbeeld: ieder najaar laat hij alle bladeren vallen, alsof hij overtollige ballast loost. Met kale takken is de boom ook mooi, is hij nog steeds stevig in de grond verankerd, maar laadt hij stilletjes op om in het voorjaar weer nieuw blad te laten groeien, ruimte te bieden aan vogelnesten en schaduw of troost te bieden aan wie beschutting zoekt.
Niet iedere persoon die je in je leven tegenkomt, blijft je hele leven bij je. Sommige mensen blijven wel in je hart, maar niet in je dagelijkse leven. Sommigen blijven wel in je leven, maar verruilen hun hoofdrol voor een bijrol. Anderen blijken slechts in één hoofdstuk van je levensverhaal te acteren en worden daarna volledig uit het script geschreven. Het is allemaal even waardevol en het dient een doel. Verhaallijnen lopen door elkaar heen. Levensfases volgen elkaar op, behoeften veranderen, grenzen worden verlegd. Mensen komen en gaan.
Het is zoals de natuur het ons voordoet. Ons leven is net zo seizoensgebonden. Niet in ieder seizoen groeien er bloemen of verse bladeren, want dan zou het te vol worden. We moeten soms wat herschikken, schoffelen, snoeien en loslaten om ruimte te maken voor iets nieuws. Hoe méér je vaste paden aanlegt, delen van je tuin betegelt en muren om je heen metselt, hoe kleiner je vermogen wordt om vrij te ademen, te absorberen, te groeien en te bloeien.
En ja, ik zou best weer 21 willen zijn, met de kennis van nu. De wijsheid die je als jong volwassene soms zó goed zou kunnen gebruiken, maar die je pas verwerft met de jaren. En hoe graag je ook zou willen, je kunt een ander er niet van weerhouden zijn eigen fouten te maken, ook al zie je het soms met lede ogen aan. Je kunt er alleen maar voor elkaar zijn als het nodig is. De onvoorwaardelijke liefde die ik voel voor mijn kinderen maakt dat een heel stuk gemakkelijker. Dat heeft de natuur goed geregeld.
Halverwege de dag komt er een appje van zoon 3. “Dankjewel mam”, antwoordt hij op mijn felicitatie van vannacht. “Ik heb echt een hele leuke dag hier. Ik hou van je”. schrijft hij. Hij plaatst er een groot, rood, kloppend hart achter.
Als zijn liefje later op de dag een foto appt van mijn jarige telg waarop te zien is dat hij met een stralende lach een taartje wegspoelt met een enorme bak koffie, voel ik me ontzettend bevoorrecht. Het was niet altijd rozengeur en maneschijn, die afgelopen 21 jaar. Het was meestal vrolijk, liefdevol en dynamisch, soms kostte het bloed, zweet en tranen, maar het was het méér dan waard. Ik had het voor geen goud willen missen.
Ik neem mijn kleurpotloden weer ter hand. Het is helemaal goed zo.
Hall & Oates: adult education
4 reacties
Gina · 22 augustus 2021 op 15:59
Een kwartet is in ieder geval een garantie voor een boeiend leven❤
Wen. · 22 augustus 2021 op 16:01
Het is inderdaad zelden saai!
Esther · 22 augustus 2021 op 23:26
Ik vind je ontzettend sterk, hoe je omgaat met de “nieuwe” situatie!
Wen. · 23 augustus 2021 op 05:56
Dankjewel, lief van je.
De ene dag is de andere niet, het komt zoals het komt en ik maak er maar het beste van.