De scholen in de buurt, die zo breedvoerig in de kranten hebben geadverteerd vanwege hun tekort aan beschikbare studentenhuisvesting, laten het flink afweten. Ik krijg maar van één school een mailtje terug dat ze heel blij zijn met mijn zolderverdieping en dat ze een match gaan zoeken. Dat was meteen het laatste bericht, dus ik zoek mijn heil elders.
Kamernet is een stuk dynamischer. Daar zit een goed verdienmodel achter, want als je woningzoekende bent moet je betalen om op de kamers te kunnen reageren. Kamernet is de Relatieplanet van de woonruimte.
Ik zoek zes dames uit, waarvan vijf Engels sprekende. Lijkt me handig, dan kan ik meteen mijn Engels wat opvijzelen. Dat zakt heel ver weg als je het nooit gebruikt en ik heb het volgend jaar nodig.
’s Avonds komt de eerste en enige Nederlandse, samen met haar vader. Ze komt uit het Oosten en heeft nu te veel reistijd. Haar vader betaalt, dus ze maakt zich niet zo druk om de kosten. Haar vader ook niet. Ik voer hem een paar kopjes thee en we kletsen gezellig. Het meisje is opgewekt en vindt de zolder leuk. Ze heeft keuze uit twee opties en kiest uiteindelijk een paar dagen later voor de kamer in een studentenhuis vlakbij haar school.
Dan komt er een internationale studente uit Estland. Een spichtig, klein meisje met gifgroen-okergeel gestreept haar en met piercings in haar neus en in haar bovenlip. In haar oorlel zit een enorme tunnel waar ze met een beetje oefenen zelf nog doorheen zou kunnen kruipen. Ze kijkt vriendelijk en ze is beleefd. Achter haar aan komt een fors, klein vrouwtje met kort pittig roze haar en een tijgerlegging met groene sneakers eronder. Het propje lijkt heel schuw.
Ik laat ze de zolderverdieping zien en ze zijn blij. “Het is maar voor 1 persoon”, zeg ik voorzichtig. Ik weet niet wat hun bedoeling precies is. Ze knikt. Ze woont nu illegaal bij het propje in huis, maar er is regelmatig controle en dan kan ze per direct weggestuurd worden. Ze mist haar familie en gaat alleen met de Kerstdagen naar huis, omdat de reis zo duur is. “Vind je het goed als ik af en toe eens langs kom?”, vraagt het propje schoorvoetend. Ik knik. “Ja hoor”, antwoord ik: “zo lang jullie een beetje rustig doen”. Ze knikken allebei en vertrekken dan weer.
Even later komt er een andere Internationale studente, een Roemeense. Ze heeft een prachtig gezicht met grote onschuldige ogen, gekrulde wimpers en lang, steil haar. Haar korte jurkje zit zó strak dat ze er vanmorgen waarschijnlijk met slaolie ingedraaid is en nu vacuüm gezogen zit totdat haar vriendje, die ongevraagd met haar mee gekomen is, haar er vanavond uit knipt. Ze is beleefd en voorkomend en vindt alles goed. Was zij alleen gekomen, dan had ik haar misschien overwogen als zolderbewoner. Maar het vriendje zit me niet lekker. Hij is een Fransman met tien getatoeëerde knokkels, een duimring, vergeelde vingers en kleine kratertjes van voortanden. Een kek baardje, schitterende bruine kijkers en een mooie zwarte Armani coltrui, maar iets in hem staat me niet aan. Ze wonen samen in een hostel, omdat ze nergens woonruimte kunnen vinden. Ik neem er de tijd voor om uit te zoeken waarom mijn gevoel ageert tegen deze man. Zij zit intussen mooi te wezen op de bank en nipt charmant van haar glaasje water. Haar gelnagels en lippenstift passen precies bij haar jurkje. In mijn steenkolenengels vraag ik naar haar vrijetijdsbesteding, waarop zij antwoordt dat ze wandelt en hardloopt. Ze zoekt nog een bijbaan. Haar zus, die in Hengelo woont, gaat de kamerhuur betalen, want ze heeft zelf niets. Ze moet zich inschrijven op mijn adres om geld en een OV-kaart te krijgen van Ome Duo. Intussen zie ik El Chapo nét iets te vriendelijk lachen en nét iets te dwingend naar haar kijken. Ik krijg ineens visioenen: het is een kwestie van tijd voordat mijn zolder is omgebouwd tot een porno-filmset, vermoed ik. Hier krijg ik straks minimaal twee voor de prijs van één en ben ik de onbestorven weduwe op de eerste verdieping van mijn eigen huis. Lijkt me geen goed plan. Ik schrijf haar nog diezelfde avond een berichtje dat ik iemand anders zal kiezen.
Twee dames komen zonder bericht niet opdagen.
Er komt een klein Aziatisch meisje aan de deur. Ze kijkt wazig en ze geeft alleen met “ja” en “nee” antwoord. Het gesprek is in vijf minuten klaar en ik betwijfel of zij daadwerkelijk aan de TU studeert. Ze heeft ook geen studentenpas bij zich, dus ik kan het niet controleren. Ze laat een wat desolaat gevoel bij me achter als ik de deur achter haar sluit. Dat ze twee dagen later met een identieke tekst reageert op mijn advertentie, verbaast me dan ook niet. Ik blokkeer haar nadat ik haar succes bij het vinden van passende woonruimte heb gewenst.
Op het moment dat een bekende uit de buurt iets bij mij komt afgeven, staat er een mannelijke woningzoekende aan de deur. Ik laat de ene kerel uit en de andere glipt naar binnen. Zij groeten elkaar beleefd bij de voordeur. De nieuwe overbuurman ziet het gebeuren en kijkt wantrouwend mijn kant op. Heb je net een enorm en peperduur vrijstaand huis gekocht, blijk je tegenover een dependance van Yab Yum te wonen. Ik vind het wel lollig en lach hem toe.
De woningzoekende man ziet eruit als de Indische broer van Jacques d’Ancona. Hij heeft een opzichtige witte bril op zijn tropisch getinte neus en zit door omstandigheden in enorme woningnood. Zijn relatie hield op, ze gooide hem buiten en hij kan nu nergens woonruimte vinden. De horror. We kletsen een tijdje en hij is er duidelijk in dat ik hem enorm uit de brand zou helpen als ik hem de woonruimte zou gunnen. Mijn red-de-wereld-hart klopt driftig, maar ik negeer het. Ik weet niet hoe leuk het is om elkaar midden in de nacht op weg naar de wc tegen het lijf te lopen of languit op mijn bank te liggen terwijl hij ongetwijfeld hoogstaande culinaire gerechten in elkaar draait in mijn keuken. Ik beloof hem erover na te denken en vertel hem direct waar mijn twijfel ligt. Hij begrijpt het wel. Als ik de voordeur achter hem sluit ben ik trots op mezelf. Ik heb me niet alleen door mijn empathie laten leiden -sorry meneer d’Ancona- en heb bedenktijd genomen. Niks verpleegsterskapje. Ik doe wat ik zelf wil in mijn eigen huis.
De vrouw die de avond daarna komt, wordt gedurende haar bezoekje steeds stiller. “Je hebt prachtige woonruimte hier”, zegt ze: “maar nu wordt het echt. En dat voelt heel raar”. Ze begint te huilen. Ook haar relatie staat op springen en een time-out is de enige manier om te redden wat er nog te redden valt. Ben je bijkans 40, kom je op een zoldertje terecht. Ik kan me haar verdriet levendig voorstellen. Met hangende schouders verlaat ze even later mijn huis.
Intussen heb ik weer tien nieuwe verzoeken om te bezichtigen. Ik zal blij zijn als er iemand woont die de komende maanden heel braaf, stil en ongezien haar leven leeft boven. Ik ga net zo lang door met zoeken tot ik iemand vind die goed voelt.
Het officiële verzoek tot goedkeuring van lang verlof ligt sinds deze week bij de Opperbaas van mijn werk en ik worstel me door boeken, tijdschriften en websites heen om de zes maanden die ik heb aangevraagd op een goede manier in te vullen. Vanuit Mexico bereiken me opgewekte berichten van zoon 1 en zijn vriendin. De foto’s van Cancun, Isla Mujeres en Isla Holbox liegen er niet om. Zoon 2 vliegt over 2 weken naar Costa Rica en Nicaragua. Betere recensenten zijn er niet! Het boek “soloreizen” van Liesbeth Rasker, dat ik onlangs kreeg van een vriendin, wakkert het enthousiasme verder aan.
Om in mijn eentje te fiksen wat ik oorspronkelijk dacht samen te gaan doen, vergt de nodige inspanning. Er is niet alleen een flinke som geld nodig, het kost ook veel tijd, moed en energie om alles af te wegen, na te vragen en uit te stippelen. Dat voelt de ene dag beslist stoerder dan de andere en op sommige momenten zinkt de moed me ook echt ver in de schoenen. Dan probeer ik mezelf op te peppen met de wensen en idealen, waarmee het destijds allemaal begon: het loslaten van verplichtingen en bezittingen, gewoontes en ingesleten patronen, om vrijheid en ruimte te creëren, te doen wat je wilt, te zijn wie je bent en zorgeloos te genieten. En natuurlijk om dat ene boek te schrijven.
Nog ruim een half jaar te gaan, er is geen tijd te verliezen. Ik ga straks meteen maar weer een nieuwe voorraad potentiële daklozen uitnodigen.
Moddi: house by the sea
and I’m trying my best to be tough
to pretend I am strong and can siphon it off
But I’m not who I wanted to be
In my heart I belong in a house by the sea
This is not who I want you to see
It’s just adding on weight to the darkness in me
And from the little I have understood
I believe that a house by the sea would do good.
2 reacties
Esther · 6 november 2021 op 18:58
Ik lig in een deuk, een dependance van Yab Yum…
Heb je de nieuwe overbuurman nog gesproken?
Wen. · 6 november 2021 op 19:32
Die zal wel een contactverbod opgelegd gekregen hebben van z’n vrouw denk ik 😂😂